Soeps

'Ik ben een echte Jezusfan!'

Een beetje Christen kan eigenlijk niet om hem heen. Hij spreekt de taal van de jeugd, durft  verder te kijken dan de harde kerkelijke banken en is altijd wel in voor een pittige discussie.

Met humor als sterkste wapen en een eindeloos geloof in Jezus Christus maakte hij spraakmakende tv-programma’s voor de EO, schreef hij een drietal religieus getinte boeken en was hij lijsttrekker van de ChristenUnie. Hij verruilde zijn lange krullen voor een korte coupe, maar verloor nooit zijn wilde haren. Peter Scheele (40), een opvallend, goedgelovig figuur met een eigentijdse missie.

Vanwaar die onvoorwaardelijke liefde voor Jezus?
Die is er altijd geweest. Ik ben een echte Jezusfan. Hoe kun je dat nou niet zijn? Als je alleen al kijkt naar wie hij is en hoe hij geleefd heeft, dan weet je toch genoeg? Vind tegenwoordig nog maar eens iemand die zo met zijn medemens betrokken is, dat hij zijn leven ervoor wil geven. Hij is in 1 woord gewoon fantastisch. Ik ben er ook van overtuigd dat God ons door Jezus Christus heeft laten zien dat hij God is. Door een mens van vlees en bloed naar ons toe te sturen, die voor onze zonden wilde sterven, liet hij zien dat hij ervoor ons wilde zijn. Dat hij ondanks al onze gebreken een onvoorwaardelijk vriend en vader was.

Maar je hebt het over een overlevering van vele duizenden jaren terug.
Wie zegt dat die waar is?
Laat ik het zo zeggen; als het allemaal verzonnen is, dan is dat verdomd knap gedaan. Die hele overlevering is de best gedocumenteerde geschiedenis die er is. Ik kan me niet voorstellen dat een stelletje fantasten dat bedacht heeft. Alleen God zou dat kunnen. Bovendien merk ik zelf dat God bestaat. Hij is dan wel geen persoon van vlees en bloed meer, maar wel altijd aanwezig.

Hoe merk je dat dan?
Dat is moeilijk uit te leggen. Het is meer een gevoel. Soms voel je dat in andere mensen, soms in jezelf. Wanneer je God een plekje in je hart geeft, ervaar je dat vanzelf. Dan duwt hij je op cruciale momenten een bepaalde kant op. God is een vriend op wie je moet leren durven te vertrouwen en dat heeft tijd nodig. In het begin verwarde ik zijn stem regelmatig met de mijne. Streefde ik een eigen verlangen na in de overtuiging dat hij dat wilde. Nu luister ik beter. Ik praat en overleg zelfs regelmatig met hem.

Wanneer en waarover praat je dan?
Dat kan overal en nergens zijn. Over de meest uiteenlopende dingen. Laatst zat ik in de trein een beetje met hem te mijmeren over wat ik nu moest doen. Toen kreeg ik heel duidelijk door  dat ik een boek getiteld ‘Koehandel’ moest schrijven. Ik ben daar thuis meteen mee aan de slag gegaan en nu is het klaar voor publicatie.

Klinkt als ‘n blindelings vertrouwen.
Ik weet vrij zeker wanneer ik zijn stem hoor. En daar heb ik op leren vertrouwen. Ik heb er nog nooit een verkeerde keuze door gemaakt. Het is natuurlijk wel goed kritisch te blijven en open te staan voor de mening van anderen, maar als het erop aan komt moet je hem durven  volgen. Toen ik mijn studie aan de TU opgaf om met anderen over het geloof  te praten, verklaarde iedereen me voor gek. Maar ik deed het toch, omdat ik wist dat God achter me stond. En nu vele jaren later, is er niemand meer die beweert dat dat stom of dwaas was.

Want je hebt allerlei spraakmakende tv-programma’s gemaakt. Hoe is dat zo gegaan?
Het begon eigenlijk allemaal heel klein en simpel. Ik sloot me aan bij de Youth for Christ, een Christelijke jongerenorganisatie, in Eindhoven en raakte daar betrokken bij de organisatie. Wat me direct opviel, was dat we ondanks onze inspanningen zo weinig mensen echt bereikten. De geijkte manier van geloofsverkondiging bleek helemaal niet aan te slaan. Ik kon wel roepen 'Jezus de heer, blablabla' of een psalm gaan zingen, maar geen hond die daar naar luisterde. Ik realiseerde me dat we de mensen moest aanspreken in hun eigen taal. Vandaar dat ik de straat opging om eens wat rond te kijken. Gewoon om te achterhalen wie daar nu eigenlijk rondliepen, wat ze deden, geloofden en waarom. Ik richtte de Jezusfanclub op en probeerde een beetje te prikkelen met humor. Zo deelde ik kaartjes uit met teksten als ‘ Weet je waarom je kan zeggen dat je God niet nodig hebt, omdat God je een mond gegeven heeft waarmee je dat kan zeggen.’ Die Qwietjes (van reliquitjes) sloegen enorm aan. Ze werden zelfs een tijdlang hevig gespaard. Ook door niet gelovigen. Van zulke creatieve grapjes had ik er nog meer en dat kwam uiteindelijk bij de EO terecht, die er een programma van wilde maken.

En dat was ‘Peter’?
In eerste instantie werd ik alleen op straat gevolgd door een camera, later kreeg ik een zelfstandig programma. Dat heette inderdaad ‘Peter’. Ik heb daar ontzettend veel leuke reacties op gekregen. Ik deed ook echt van alles. Zo heb ik eens in een overal met de tekst Noach de tweede op het strand van Scheveningen de Ark staan bouwen. Natuurlijk was dat humoristisch bedoeld, maar het had wel een provocerende ondertoon. Hoe kon het bijvoorbeeld slecht gaan met de wereld, maar wel goed met de persoon die ik aansprak? Was dat niet een beetje dubbel?  Ik ben ook eens naar een school gestapt met de vraag hoe God hen kon overtuigen dat hij bestond, of het vallen van een lantaarnpaal bijvoorbeeld genoeg was. Uiteraard lieten we er dan expres ergens eentje omvallen. We waren er helemaal niet op uit om zieltjes te winnen. We wilden hooguit een beetje prikkelen en niet gelovigen zonder kromme tenen naar een EO-programma laten kijken. En daarin zijn we zeker geslaagd.

Toch ben je ermee gestopt.
Na 150 afleveringen was ik er een beetje klaar mee. Ik heb toen nog ‘de Bushalte’ en ‘Vrienden interactief’ gemaakt. Daarna vond ik het tijd worden voor iets anders. Ik wilde naar aanleiding van een aantal discussiepunten uit het programma ‘de Bushalte’ een boek schrijven. De evolutietheorie was er daar een van. Dat werd echter zo’n omvangrijk hoofdstuk, dat ik besloot er een heel boek aan te wijden. Ik wilde laten zien dat die hele theorie van Charles Darwin onzin was. En na meer dan een jaar research kan ik zeggen dat het me aardig gelukt is.

Wat weet jij wat wij niet weten?
Dat kun je natuurlijk in mijn boek ‘Degeneratie, het einde van de evolutietheorie’ lezen, maar het komt simpelweg op het volgende neer: de evolutietheorie beweert dat er alleen nieuwe soorten kunnen ontstaan als er genen bijkomen en ik ben van mening dat het tegendeel het geval is.

En dus?
En dus is er helemaal geen evolutie geweest. Wat betekent dat de oersoorten niet anders dan door God geschapen kunnen zijn.

Misschien moet ik het boek inderdaad eens gaan lezen. Ik geloof dat dit even te snel gaat. Het was trouwens niet je eerste en ook niet je laatste boek, nietwaar?
Dat klopt. Hiervoor heb ik ‘Visserslatijn’ geschreven en daarna zoals al eerder gezegd ‘Koehandel’.

Nog meer dieren. Waar gaan die boeken over?
Visserslatijn slaat terug op het fenomeen overdrijving. Je kent dat wel, mensen die zo’n klein visje hebben gevangen en thuis vertellen dat het enorme joekel was. Binnen het Christendom zie je dat ook. Word een handjevol bekeerden opeens een hele dorpsgemeenschap. Het laat zien dat de manier waarop het geloof tot nu toe verkondigd wordt helemaal niet zo’n succesverhaal is. ‘Koehandel’ daarentegen gaat over het principe dat veel mensen wel een dealtje met God willen sluiten. Zo van ik bid vijf keer per dag of breng een offer en dan wil ik daarvoor vrede, veiligheid en geluk terug. Maar zo heeft God religie helemaal niet bedoeld. Wij hoeven hem helemaal niet onderdanig te dienen, hij dient ons.

Dus als Christen ‘hoef’ en ‘moet’ je helemaal niks?
De essentie van het Christelijke geloof is dat God onvoorwaardelijk je vriend wil en kan zijn. Daarvoor hoef je niks terug te doen. Dat kan trouwens niet eens, want hij heeft helemaal niks nodig. Helaas zijn veel mensen dat vergeten. Ook binnen de Christelijke kerkelijke instituten.

Je verstopt je kritiek niet onder harde kerkelijke banken, kan me voorstellen dat niet iedereen daar zo blij mee is.
Vooral vanuit zware kerkelijke hoek krijg ik inderdaad vaak kritiek. Maar ach dat went. Ik geloof dat ik ondertussen wel een geaccepteerd verschijnsel ben. Het is alleen jammer dat ze zo weinig met die kritiek doen. Ik voel me soms echt een roeper in de woestijn. De kerken lopen de laatste jaren niet voor niets leeg. Al die ingeslopen kerkelijke regels en tradities vergroten de drempel alleen maar. Laat ze om te beginnen eens dat hele orgel eruit slopen. Daar luistert toch niemand meer naar? Ze kunnen er veel beter een bandje inzetten.

En dan al dat gepreek in een taal waar je geen touw aan vast kan knopen. ‘Het bloed van het lam gereinigd van alle zonden’, wat betekent dat nou? Laat ze gewoon ABN praten en video en power point gebruiken. Dat maakt het veel interessanter en beter te volgen.

Een dominee met een flatscreen?
Waarom niet? Je moet de mensen aanspreken in hun eigen taal. Dus ook hun communicatiemiddelen gebruiken. Je verandert daarmee de Waarheid niet, je vertelt hem alleen anders.

Maar heeft God, met alle respect, zijn beste tijd gewoon niet gehad?
Ik heb nu twee keer op de EO-jongerendag gesproken en daar heb ik toch zo’n 32.000 jongelui voor Jezus uit hun dak zien gaan. Dat was behoorlijk indrukwekkend, maar of dat genoeg potentie heeft? Ik weet het niet. De maatschappij verandert voortdurend. Tien jaar geleden riep iedereen dat alles moest kunnen en nu bezinnen we ons weer op onze waarden en normen. In principe zou het Christelijke geloof daar heel goed bij passen, maar dan moet de drempel lager. Diep van binnen zijn alle mensen wel gelovig. Helemaal niks is ook zo weinig. Ze hebben alleen geen trek in extreme verplichtingen. Veel mensen lopen dan ook maar wat religieus te shoppen. Zo van dat vind ik wel leuk en dat niet. Het vervelende is dat je daardoor heel veel verschillende ‘godjes’ krijgt en de ware essentie van het geloof verloren gaat. 

Had je daar met een zetel in de gemeenteraad iets aan kunnen veranderen?
Nee, dat denk ik niet. Je kunt mensen niks opleggen. Bovendien is het ook niet voor iedereen weggelegd om Jezusfan te zijn. Je moet jezelf namelijk wel durven open te stellen. Maar het blijft natuurlijk verschrikkelijk jammer dat we op 113 stemmen na die zetel niet hebben gehaald. Als schaduwfractie kunnen we nu echt helemaal niks.

Even geen politieke carričre dus. Wat nu?
Ik heb het redelijk druk met mijn eigen webdesignbedrijfje. Daarnaast ben ik twee dagen per week bezig met het opzetten van de cursus Visserslatijn  in opdracht van de EO. Kort gezegd willen we jonge mensen leren hoe ze het Christelijke geloof op een leuke, eigentijdse manier kunnen overbrengen. Daar heb ik voorlopig mijn handen vol aan. En later? Wie zal het zeggen. Ik heb nog heel wat creatieve, spraakmakende ideetjes voor de EO. Ik weet alleen niet of ze er klaar voor zijn. Dus voorlopig wachten we het rustig af.  

 

Artikel verschenen in Soeps, december 2002, zie http://www.soeps.nl/

 
© 2001 - 2024 CMS: 123CMS.nl,  datum laatste wijziging: 16-11-2007